Duitsers die lid zijn van een kerk zijn verplicht om ‘Kirchensteuer’ (kerkbelasting) te betalen. Dat geld gebruikt de kerk voor onderhoud en activiteiten. De Kirchensteuer geldt slechts voor inwoners van Duitsland. Mensen die in Nederland wonen en in Duitsland werken, betalen geen kerkbelasting. Nederlanders die beschikken over een ‘Zweitwohnsitz’ in Duitsland, betalen deze belasting echter wel.
Erkende kerken
Alleen kerken die door de Duitse staat erkend worden, mogen kerkbelasting heffen. De grootste kerken in Duitsland zijn de rooms-katholieke kerk en de evangelische kerk. Ook de joodse kerk en enkele vrije religieuze gemeenten zijn erkende kerken. Sommige gebedshuizen, zoals moskees, worden niet als kerken gezien en daarom mogen zij hun leden ook niet tot kerkbelasting verplichten.
Toepassing
De Duitse kerkbelasting wordt op federaal niveau geregeld. In Noordrijn-Westfalen bedraagt de kerkbelasting 8% van de inkomstenbelasting. Iemand die bijvoorbeeld € 2.500 per maand verdient, betaalt over dat loon € 456 loonbelasting en € 41 kerkbelasting. Kerkbelasting wordt automatisch door de werkgever op je loon ingehouden.
Nederlanders die in Duitsland een dienstverband aangaan, weten vaak niet van het bestaan van de Kirchensteuer af, en geven vaak nietsvermoedend hun religie aan hun werkgever door. Dit leidt er soms toe dat Nederlandse grenspendelaars voor de Kirchensteuer aangeslagen worden. In dat geval kan de betaalde kerkbelasting worden teruggevorderd via de Einkommenssteuererklärung (aangifte inkomstenbelasting).