Het zijn de woorden van Tanja Hooge-ter Heide, Duitse, die al jaren met haar gezin in Nederland woont. Het was voor haar altijd duidelijk dat ze niet op één plek zou blijven, reizen stond altijd bovenaan haar agenda. In haar functie van managementassistente bij de Duitsland|Holland Desk van Flynth Adviseurs & Accountants in Emmen begeleidt ze Nederlandse en Duitse ondernemers bij het zakendoen over de grens. Hier past ze haar kennis van beide landen en culturen met veel enthousiasme toe.
Tanja had altijd al ‘iets’ met Nederland. “De open mentaliteit en de vriendelijke omgang met elkaar spraken mij altijd al aan,” vertelt ze. In 1997 heeft ze haar huidige echtgenoot, een Nederlander, ontmoet. Na een poosje in Duitsland te hebben samengewoond, vertrokken ze in 2001 naar Nederland. Daar is Tanja aan de slag gegaan als receptioniste en directiesecretaresse. Deze keuze heeft ze toentertijd bewust gemaakt: “Ik wilde de Nederlandse taal goed leren en het liefst volledig beheersen.”
Voordat ze naar Nederland verhuisde, heeft Tanja in Duitsland gewerkt en twee opleidingen afgerond. Haar Duitse diploma’s voldeden in Nederland, omdat ze voor internationale bedrijven aan de slag ging en veelal rechtstreeks voor Duitse managers werkte. Dit zorgde ervoor dat men wist met welk niveau haar diploma’s in Nederland vergelijkbaar waren. “Maar,” zo voegt ze toe, “dat neemt niet weg dat ik mijn diploma’s alsnog misschien ooit eens zou willen laten waarderen in Nederland. Dat maakt het volgen van vervolgopleidingen makkelijker.”
Nederlandse nationaliteit
Verdere obstakels heeft Tanja bij de verhuizing naar Nederland niet ondervonden. “Ik kon heel snel aan de slag in Nederland. Mijn eerste werkgever heb ik via een uitzendbureau gevonden. Door mijn Duitse achtergrond en kennis van de Nederlandse taal had ik een streepje voor.” Het enige wat ze nog moest regelen, was een Nederlands Burgerservicenummer, toen nog sofinummer genoemd. Over de Nederlandse nationaliteit beschikte ze al. Dit kwam door de toenmalige regeling: “Kinderen die voor 1979 zijn geboren en waarvan de vader en/of moeder de Nederlandse nationaliteit had, kregen deze automatisch ook. Mijn opa was Nederlander, waardoor mijn moeder de Nederlandse nationaliteit had gekregen en ik vervolgens ook”, legt Tanja uit. “Dit maakte de emigratie nog eenvoudiger.”
“Zu viele Köche verderben den Brei”
Door haar functie bij Flynth heeft ze nog veel contact met Duitse ondernemers en komt ze nog vaak in aanraking met de Duitse bedrijfscultuur. In de loop der jaren heeft Tanja gemerkt dat de hiërarchische structuren in Duitsland aan het versoepelen zijn en ook het gebruik van ‘Du’ en ‘Sie’ verandert. Toch bestaat er volgens haar nog altijd een groot verschil tussen beide landen m.b.t. het besluitvormingsproces: “In Nederland zie je dat de verschillende ‘lagen’ op de werkvloer elkaar veel meer overlappen dan in Duitsland. Er wordt meer en vaker naar de mening van een ander binnen een bedrijf of afdeling gevraagd en vaak wordt daar zelfs ook wat mee gedaan. De lijnen binnen een bedrijf in Duitsland zijn daarentegen vaak korter en is het duidelijker en zelfs bepaald wie de beslissingen neemt en wanneer.” Het voordeel van de Nederlandse overlegcultuur is volgens Tanja dat je als werknemer het gevoel hebt écht iets te kunnen betekenen. “Je voelt je bovendien meer gewaardeerd en gezien dan in het Duitse bedrijfsleven,” voegt ze toe.
Toch kent deze manier van werken volgens haar een keerzijde. “Aan de andere kant werkt deze manier soms erg vertragend, wellicht zelfs verwarrend. Zu viele Köche verderben den Brei, zouden we in Duitsland zeggen.“
VOC-mentaliteit vs. Duitse precisie
Op de vraag wat de grootste verschillen op cultureel gebied tussen de buurlanden zijn, antwoordt Tanja: “Hier moet ik meteen aan de mooie Nederlandse uitspraak ‘we zien wel waar het schip strandt’ denken. Deze stamt uit de VOC-tijd, toen de nuchtere Hollanders uit pure gedrevenheid en met veel durf de zee op gingen, op zoek naar handel en avontuur. Waar het schip zou ‘stranden’, dus waar ze terecht zouden komen en wat het hen zou brengen, konden ze van tevoren niet weten.” Deze handelsgeest is volgens Tanja nog altijd diepgeworteld in de Nederlandse cultuur en zie je daardoor nog vaak terug bij Nederlandse ondernemers. “Deze mentaliteit zorgt voor een snelle manier van zakendoen, maar het laat ze soms ook iets te hard van stapel lopen”, aldus Tanja.
Duitse ondernemers beginnen nagenoeg nooit onvoorbereid aan bijvoorbeeld een nieuw project: “De Duitse ondernemer wil weten aan welke regels moet worden voldaan en met wie hij zoal te maken zal krijgen. Een houding die nog altijd terug te vinden is in het Duitse bedrijfsleven. Mijn tip: houd rekening met deze verschillen. Het zakendoen over de grens wordt daardoor een stuk makkelijker.”