De Nederlandse Ingeborg Lindhoud woont en werkt sinds 2005 in Duitsland. Dankzij haar jarenlange kennis van en ervaring met de Duitse taal en cultuur is ze werkelijk thuis in twee landen en kent de Nederlands-Duitse cultuurverschillen als geen ander. Sinds 2016 heeft ze haar eigen bedrijf en deelt ze als trainer en consultant haar ervaring op dit gebied met Nederlandse en Duitse ondernemers, die de stap over de grens willen maken. Ook is ze als cultureel trainer aanwezig tijdens de maandelijkse spreekuren van het GrensInfoPunt Rijn-Waal.
Helemaal thuis in twee landen: niet in de laatste plaats dankzij haar talenknobbel. Want die heeft ze: aan de universiteit van Leiden heeft Ingeborg twee talen gestudeerd, Duits en Russisch. “Russisch was in die tijd, eind jaren tachtig en de tijd van Gorbatsjov, de taal van de toekomst. Ik heb voor Duits en Slavistiek gekozen, omdat het toen essentieel was een brug te slaan tussen oost en west”, legt ze uit. Na haar studie vond ze werk als secretaresse. Dit bleek niet haar droombaan te zijn; ze wilde haar talenkennis kunnen toepassen en is aan de slag gegaan als vertaalster Duits-Nederlands.
Duitsland
In 2005 heeft Ingeborg de stap genomen naar Duitsland. Ook hier zette ze haar vertaalwerk voort. Op de vraag waarom ze naar het buurland is verhuisd, antwoordt ze lachend: “De liefde!“. Met haar partner woont ze momenteel in Rindern, in de gemeente Kleef in de regio Niederrhein.
In 2016 is ze een eigen bedrijf begonnen. Als intercultureel trainer en consultant adviseert en traint ze Duitsers en Nederlanders om te gaan met de culturele verschillen tussen beide landen. Vertaalwerk doet ze nog steeds, maar inmiddels heeft ze haar focus verlegd naar haar werk als adviseur. “Ik vind het gewoon ontzettend leuk en interessant om met mensen te werken, mijn kennis en ervaring te delen en ze wegwijs te maken in de andere cultuur.” Daarnaast geeft ze lezingen en schrijft ze blogs over de verschillen in beide culturen.
“Kennis is macht”
Als Nederland-Duitsland-expert kent ze als geen ander verschillen op de werkvloer en in de mentaliteit van beide culturen. Ze vertelt: “In het Nederlandse bedrijfsleven is de sfeer een stuk informeler dan in Duitsland. De hiërarchische structuren zijn duidelijk platter en de lijntjes binnen een bedrijf korter. Er wordt bovendien veel eigen initiatief verwacht.” In Duitsland is men veel formeler: “Al hangt dat wel van de soort branche af. Ik merk bovendien steeds meer Nederlandse invloeden bij Duitse bedrijven in de grensregio”, aldus Ingeborg. “De hiërarchieën zijn echter wel strakker dan in Nederland, maar ook dit hangt van de branche af.” Nog een verschil: volgens Ingeborg spelen in Duitse bedrijven afgebakende bevoegdheden een grotere rol. “Vooral in traditionele bedrijven is iedereen verantwoordelijk voor een bepaald takenpakket. Dit leidt er aan de ene kant toe dat taken niet gemakkelijk overgedragen kunnen worden. Het zorgt er ook voor dat informatie vaak niet graag gedeeld wordt onder het motto ‘kennis is macht’. Onder invloed van de flexibilisering en de zelfsturende teams is dit overigens wel aan het veranderen”, legt ze uit. In Nederland wordt van oudsher meer gedeeld. “In Nederland heerst veel meer het gevoel van samen verantwoordelijk zijn. Hier komt natuurlijk ook het begrip overlegcultuur bij kijken.”
Flexibiliteit met een hoofdletter F
Een essentieel en veelvoorkomend onderdeel van de Nederlandse cultuur is volgens de cultureel trainster flexibiliteit. Het is zelfs zo essentieel, dat “het woord zelfs met een hoofdletter wordt geschreven”, vertelt ze glimlachend. Het aspect is nauwelijks in de Duitse cultuur te vinden. Ingeborg: “Duitsers houden veel meer van zekerheid en voorspelbaarheid. Ze hebben een meer afwachtende houding dan Nederlanders, en moeten altijd eerst even ‘de kat uit de boom kijken’.” Bovendien worden Duitsers sneller onzeker en voelen ze zich onveiliger bij veranderingen: “De snelle veranderingen op het gebied van bijvoorbeeld digitalisering worden vaak als een bedreiging gezien. Nederlanders daarentegen hebben daar, dankzij hun flexibiliteit, over het algemeen veel minder problemen mee”, vertelt ze.
De voordelen van de EU
Problemen ondervond ze zelf ook niet toen ze de stap naar Duitsland zette – haar klanten verhuisde ze gewoon mee. Voor haar vertaalwerk had ze in Duitsland geen aanvullende diploma’s nodig en haar trainersopleiding heeft ze in Duitsland gedaan. “Bovendien hoefde ik in 2005 geen visum meer aan te vragen, zoals dat voorheen gebruikelijk was. Ik heb toen al optimaal van de EU kunnen profiteren”, voegt ze toe. Belastingen vormden toch een klein knelpunt: “Daarvoor heb ik meteen een belastingconsultant geraadpleegd. Daarmee werden onduidelijkheden meteen uit de weg geruimd. Dat ik de Duitse taal al sprak, was een groot voordeel”, aldus Ingeborg.
Op de vraag of ze in de toekomst weer in Nederland zou willen wonen en werken, heeft ze een duidelijk antwoord: “Ik zit hier wel op mijn plek!”