Historiek
Uit de studie “Grenzeloze kansen voor werk – 10 mogelijkheden voor Scheldemond” kwamen een aantal knelpunten die werken over de grens bemoeilijken.
De knelpunten betroffen bv. de wederzijdse erkenning van diploma’s, grensoverschrijdende stages, openbaar vervoer, … Eén van de grootste knelpunten die door heel wat geïnterviewde stakeholders naar voor werd geschoven was het gebrek aan eenduidige, gepersonaliseerde informatie. Online is op veel plaatsen goede tot uitstekende informatie beschikbaar, naast verouderde en foute informatie. Maar online informatie voldoet in vele gevallen niet. Persoonlijk advies is vaak onontbeerlijk omdat het om heel specifieke persoonsgebonden informatie gaat.
Het projectverloop
Vanuit deze vaststelling is het project “Tendenzen zonder Grenzen” ontstaan. De Euregio Scheldemond, het grensoverschrijdende samenwerkingsverband tussen de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland bracht verschillende partijen rond de tafel met de bedoeling een project op te zetten dat inspeelde op verschillende facetten van de grensoverschrijdende arbeidsmarkt. Uiteindelijk zijn er eerst twee, en nadien drie onderdelen verder uitgewerkt en ondertussen uitgevoerd in het kader van het project.
- Het Grensinformatiepunt
Het eerste onderdeel betreft de oprichting van een grensinfopunt voor Euregio Scheldemond. In dat informatiepunt moeten werkzoekenden, werknemers en werkgevers terecht kunnen met al hun vragen over grensoverschrijdend werken en recruteren.
Op 18 januari 2013 is in Terneuzen het startschot gegeven van het project en werd op hetzelfde moment het grensinfopunt in Terneuzen geopend. Sinds dan kunnen mensen dus al terecht bij het WSP (WerkServicePunt) in Terneuzen met al hun vragen.
Op het einde van het project ondertekenden VDAB, IVR (de internationale vakbondsraad), VOKA Oost-Vlaanderen en het WSP een convenant waarin ze hun samenwerking bevestigen. Dit resulteerde in het huidige netwerk van grensinfopunten.
De adviesverstrekking gebeurt nu vanuit de werkwinkels van de VDAB (Gent, Brugge, Beveren, Zelzate en Eeklo), de antennes van de vakbond (ABVV en FNV) in Gent en Terneuzen, bij Voka Oost-Vlaanderen in Gent en het WerkServicePunt in Terneuzen.
2. Bedrijf + school
Het tweede onderdeel van het project Tendenzen zonder grenzen was het initiatief ‘Bedrijf + School’. Zowel aan Vlaamse als aan Nederlandse zijde is er een dreigend tekort aan technisch geschoolde mensen. Een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt begint met de juiste oriëntatie en studiekeuze. Een keuze die rekening houdt met de inherente talenten van jongeren en oriënteert naar vaardigheden, kennis en attitudes die de arbeidsmarkt nodig heeft. De knelpuntenberoepenlijst toont aan dat vooral technische vaardigheden een hoge marktwaarde hebben. Onbekend is echter onbemind. Technisch onderwijs is kwalitatief onderwijs, maar de maatschappelijke waardering ervoor hinkt achterop. Jongeren kiezen onvoldoende voor technische richtingen en dat heeft ook te maken met het onbekend zijn met technische beroepen. ‘Bedrijf + school’ wil meer jongeren warm maken voor technische opleidingen door hen vanuit de praktijk kennis te laten maken met de variëteit aan beroepsmogelijkheden.
Hiervoor is een grensoverschrijdende databank, met daaraan gekoppeld een interactieve website, gemaakt, met bedrijven die op één of andere manier hun steentje willen bijdragen aan het enthousiasmeren van kinderen en jongeren voor techniek. In Zeeland bestond de opzet al en het concept is overgenomen door de RTC’s van Oost- en West-Vlaanderen. Het interessante is dat het gaat om een grensoverschrijdende databank en website. Zo kunnen Nederlandse jongeren ook bij Vlaamse bedrijven een kijkje nemen en omgekeerd.
De website fungeert als een soort marktplaats waar leerkrachten en bedrijven elkaar kunnen ontmoeten. De leerkracht kan zo heel laagdrempelig een bedrijfsbezoek regelen, een gastles op school aanvragen, enz.
Meer informatie vindt u op de website: http://www.bedrijfplusschool.eu/
3. Mobiliteitscentrum
In een latere fase werd het project “Tendenzen zonder Grenzen” uitgebreid met een derde onderdeel, het “Mobiliteitscentrum”. Het mobiliteitscentrum werd opgericht om in eerste instantie te kijken naar de bemiddeling over de grens van leerkrachten basisonderwijs. Op het moment dat dit onderdeel werd voorbereid zag het ernaar uit dat heel wat Nederlandse leerkrachten hun baan zouden verliezen naar aanleiding van de krimp waar Zeeuws-Vlaanderen mee te kampen heeft. Aan Vlaamse kant bleek er op dat moment net een tekort aan leerkrachten te bestaan in Antwerpen en mindere mate ook in Gent. Hier lag dus een duidelijke grensoverschrijdende opportuniteit. Nederlandse boventallige leerkrachten zouden begeleid worden naar werk in Vlaanderen.
Omdat het uiteindelijk allemaal bleek mee te vallen met de aantallen boventallige leerkrachten en ook met het tekort aan Vlaamse kant werd de focus verlegd van boventallige leerkrachten, naar studenten in opleiding. De Hogeschool Zeeland heeft een extra-lesmodule ontwikkeld voor studenten die geïnteresseerd zijn in een eventuele job in Vlaanderen. Hierin krijgen vakken zoals aardrijkskunde, Frans en godsdienst een plek. Deze vakken zitten niet in het curriculum van Nederlandse studenten, maar kennis over deze vakken is wel nodig wil men in Vlaanderen les geven.