Denise Int-Veen
Denise Int-Veen

Ongecompliceerde samenwerking

De Agentur für Arbeit als partner van het GrensInfoPunt Rijn-Waal

Arbeidsbemiddelingsbureaus, belastingdiensten, vakbonden en sociale verzekeringen: om voormalige, huidige of toekomstige grensgangers zo goed mogelijk te kunnen adviseren, werkt het GrensInfoPunt Rijn-Waal (GIP) samen met diverse instanties. Zo ontstaat er een win-winsituatie, omdat er geprofiteerd kan worden van synergie-effecten. Dat vindt ook Denise Int-Veen, die als EURES Line Managerin bij de Agentur für Arbeit Wesel in Kleve werkt. Ze legt uit hoe de samenwerking met het GrensInfoPunt Rijn-Waal en het grensoverschrijdend bemiddelen van banen en personeel er precies uitzien.

Sinds begin 2020 is Denise Int-Veen werkzaam als EURES Line Manager. Daarbij coördineert ze de grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling namens de Agentur für Arbeit. Het contact met de werkzoekenden en werkgevers hebben echter de EURES-adviseurs Jonathan Koch en Klaus Degen. De twee kijken bij het invullen van vacatures niet alleen naar de Duitse arbeidsmarkt, maar kijken ook of er aan Nederlandse kant van de grens geschikte kandidaten te vinden zijn. Ook fungeren ze als aanspreekpunt voor Nederlandse werkgevers die op zoek zijn naar Duitse werknemers om hun vacatures in te vullen. “Helaas is persoonlijk advies op locatie sinds maart 2020 niet meer mogelijk en moeten we alles per e-mail, telefonisch en per videocall bespreken”, betreurt Int-Veen.

Datzelfde geldt ook voor de maandelijkse spreekuren van het GIP, waarbij normaal gesproken alle partners in het Euregio-Forum in Kleve de bezoekers te woord staan. In plaats van persoonlijk contact op locatie worden er nu regelmatig videospreekuren georganiseerd, waaraan ook de Agentur für Arbeit deelneemt. “Dat was voor alle partijen eerst even wennen, maar inmiddels hebben we een goede manier gevonden om grenspendelaars ook online doelgericht te kunnen adviseren”, vertelt Int-Veen blij. Desondanks zijn de werkzaamheden voor een deel ook inhoudelijk veranderd: zij en haar collega’s krijgen andere vragen. “Het gaat niet meer om arbeidsbemiddeling alleen. Mensen vragen bijvoorbeeld ook of je naar het buurland mag reizen om hier te gaan werken, of je daarna in quarantaine moet en of je bijvoorbeeld in Nederland na ingang van de avondklok je werkplek mag verlaten.” De spreekuren worden op elke eerste en derde dinsdag van de maand gehouden. Wie een afspraak hiervoor wil maken, kan dat via +49 (0)2821-703079 doen. Meer informatie: www.grenzinfo.eu/erw/nl/spreekdagen

Uitwisseling van kennis en ervaring

Het uitgebreide netwerk van experts is één van de grootste pluspunten van het GrensInfoPunt. “Wanneer iemand een vraag heeft die de medewerker op dat moment niet zelf kan beantwoorden, kan hij of zij even snel aankloppen bij de expert voor dit onderwerp, of de vragensteller direct met hem in contact brengen.” Het is een samenspel waarbij de verschillende partners wederzijds een meerwaarde voor elkaar hebben.

Ook de uitwisseling van kennis en ervaringen is voor Denise Int-Veen een belangrijk aspect. Ze geeft toe: “Zonder het GrensInfoPunt Rijn-Waal zou het voor ons heel lastig zijn om de werkzaamheden in het kader van EURES op dit niveau uit te voeren.” Ze is vooral blij dat de samenwerking ongecompliceerd is en voelbaar is dat alle partners op één lijn zitten. De werknemers van het GIP doen hun werk met veel enthousiasme. En dat is elke dag opnieuw te merken.

Niet alleen op het gebied van advies aan grenspendelaars werken de Agentur für Arbeit en het GIP samen. Ook bij de oprichting van het platform Arbeit/dsmarkt Euregio Rijn-Waal en bij het opzetten van een SGA-vestiging (Service Grensoverschrijdende Arbeidsbemiddeling) in Kleve werken ze nauw samen. Int-Veen ziet bovendien veel andere aanknopingspunten om de grensoverschrijdende arbeidsmarkt in de toekomst nog verder te versterken.

Ook het contact met UWV, de Nederlandse tegenhanger van de Agentur für Arbeit, is logischerwijs intensief. “Soms geven Nederlandse werkgevers hun vacatures rechtstreeks aan ons door. In dat geval nemen wij de bemiddeling voor onze rekening”, vertelt Int-Veen. “Wanneer we echter niet beschikken over een passende vacature voor een werkzoekende die interesse heeft in een baan in Nederland, doen onze EURES-adviseurs meteen navraag bij de Nederlandse collega’s van UWV.” Datzelfde geldt natuurlijk ook andersom.

Baankansen in het buurland

Wat betreft Int-Veen lijken de arbeidsmarkten in de twee landen meer op elkaar dan je in eerste instantie zou denken. Aan beide kanten van de grens is er ondanks de coronapandemie nog steeds sprake van een gebrek aan vakmensen in bijvoorbeeld de bouw. Naast de overeenkomsten zijn er echter ook verschillen. Die hebben echter ook voordelen, omdat ze extra mogelijkheden bieden.

In Duitsland wordt bijvoorbeeld veel waarde gehecht aan certificaten en diploma’s, terwijl Nederlandse werkgevers veel pragmatischer zijn en meer op vaardigheden letten. Als iemand ergens goed in is, heeft hij daarvoor niet per se een diploma of certificaat nodig. Bovendien wordt de beheersing van de Duitse taal in Duitsland vaak als vereiste gezien, terwijl men in Nederland flexibeler is en ook personeel zonder kennis van het Nederlands in dienst neemt, aldus Int-Veen. Met Engels of Duits kom je er vaak ook een heel eind. In Duitsland ben je echter doorgaans zekerder van je baan. “In Nederland wordt sneller ingespeeld op veranderende situaties”, heeft Int-Veen gemerkt. Daardoor gaan er echter ook nieuwe deuren open.

Met name in sectoren als de metaalverwerking en de elektrotechniek, maar ook als machine operator liggen er in Nederland kansen voor Duitse werkzoekenden. Alleen in de logistiek zijn nog meer banen te vinden. Af en toe komen er ook administratieve vacatures langs. Een blik over de grens kan dus meer dan de moeite waard zijn.

Kennis benutten

Welke wensen heeft Int-Veen voor de toekomst? “Ik droom ervan dat de grens helemaal geen rol meer speelt, we nog meer gebruikmaken van de kennis van alle partners en de uitwisseling nog verder intensiveren. Bij ons bij de Agentur für Arbeit moeten de medewerkers altijd en overal allebei de landen in het achterhoofd houden wanneer ze werkzoekenden en werkgevers adviseren.”