In Duitsland wordt onroerend goed opnieuw gewaardeerd. Dit volgt uit de nieuwe Waarderingswet (Bewertungsgesetz). Daartoe moeten eigenaren van onroerend goed en grond een verklaring over hun eigendom indienen bij het Finanzamt (Duitse belastingkantoor) waar het onroerend goed gelegen is. Naast de inkomstenbelastingaangifte zal in 2022 dus een tweede belastingaangifte voor de Grundsteuer/onroerendezaakbelasting moeten worden ingediend door bezitters van onroerend goed.
De wet bepaalt dat de aangifte van de onroerende voorheffing in het algemeen elektronisch moet worden ingediend (§228, lid 6). Dit betekent dat de informatie via ELSTER moet worden verstrekt en slechts in een beperkt aantal uitzonderingsgevallen op papier mogelijk is. De wetgever heeft de deelstaten (Bundesländer) toegestaan hun eigen procedures vast te stellen. Afhankelijk van de deelstaat moet dus verschillende informatie worden verstrekt over het onroerend goed en de bebouwing. Reden genoeg om dit onderwerp nu al te bespreken. De deelstaat NRW volgt het federale model.
De gegevens die tot nu toe gebruikt werden voor de vaststelling van de onroerendezaakbelasting zijn erg oud: de waarden dateren van 1964 (voor West-Duitsland) en 1935 (voor Oost-Duitsland). De nieuwe waarden, die de situatie op de afsluitingsdatum van 1 januari 2022 moeten weerspiegelen, moeten nu door de Finanzämter worden vastgesteld. Eigenaren moeten hiertoe een verklaring indienen. Dit zal mogelijk zijn in de periode van begin juli tot eind oktober 2022. Het verzoek om een belastingaangifte in te dienen kan bijvoorbeeld worden gedaan door middel van een openbare oproep. Dit betekent dat niet iedereen die aangifte moet doen, persoonlijk zal worden gecontacteerd. Bij niet-indiening schat het Finanzamt de waarde, wat tot hogere bedragen kan leiden in het nadeel van de eigenaren. Bezwaar is mogelijk, maar ook dan moet een digitale aangifte worden gedaan.
Bedrag onzeker – beter om reserves op te bouwen
Vanaf januari 2025 zal de onroerendezaakbelasting worden geheven met de nieuwe waarden. Niemand kan op dit moment zeggen hoe hoog de werkelijke onroerendzaakbelasting vanaf 2025 zal zijn. Het is daarom raadzaam reserves op te bouwen. De taxatiewaarde is immers slechts een deel van wat nodig is om de onroerende voorheffing te berekenen. De taxatiewaarde wordt vermenigvuldigd met een factor – het zogenaamde taxatiepercentage. De gemeenten mogen zelf het aanslagpercentage vaststellen en kunnen zo invloed uitoefenen op het bedrag van de onroerendezaakbelasting waarop zij recht hebben. De onroerendezaakbelasting is een belangrijke bron van inkomsten voor gemeenten. Hoe hoger het tarief, hoe hoger de onroerendezaakbelasting, hoe meer geld voor de gemeente. Hoge onroerendezaakbelasting maakt gemeenten onaantrekkelijk voor bedrijven en eigenaren van onroerend goed. Daarom zijn er ook gemeenten die opteren voor relatief lage aanslagbedragen.