Kind en Familie

U kunt als u in België werkt recht hebben op verschillende verlofregelingen en uitkeringen. Dit is niet alleen afhankelijk van uw situatie maar ook van die van de andere ouder.

Het is van belang u goed te laten informeren welke rechten u hebt.

Zwangerschaps-, bevallings- en vaderschapsverlof

U heeft zwangerschaps- en bevallingsverlof of vaderschapsverlof.

  • zwangerschaps- en bevallingsverlof in België: dit vraagt u aan bij uw werkgever. De uitkering die u tijdens uw verlof ontvangt, vraagt u aan bij uw ziekenfonds. Voor informatie over de diverse ziekenfondsen raadpleeg de website van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). Het zwangerschaps- en bevallingsverlof duurt 15 weken. Deze gaat verplicht uiterlijk 1 week voor de bevalling in en duurt na de bevalling 14 weken voort.  Men kan er ook voor kiezen om 6 weken voor de bevalling te stoppen. In dat geval bestaat er na de bevalling nog recht op 9 weken. Hierin heeft u dus enige vrijheid.
  • Vaderschapsverlof vraagt u aan bij uw Belgische ziekenfonds. Voor meer informatie raadpleeg de website van RIZIV en FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. U heeft aanspraak op 20 werkdagen. De werkgever betaalt over de eerste 3 dagen het volledige loon en de andere dagen worden tot een maximum door uw Belgisch ziekenfonds betaald. Neem contact op met uw ziekenfonds voor de exacte voorwaarden. 

Geben Sie hier Ihre Überschrift ein

Ouderschapsverlof en tijdskrediet

Ouderschapsverlof

Als u in België werkt kunt u recht hebben op ouderschapsverlof. Dit is een tijdelijke schorsing of onderbreking (geheel of gedeeltelijk) van de werkzaamheden voor het opvoeden van jonge kinderen. Tijdens die onderbreking kunt u maandelijkse uitkeringen krijgen die door de RVA (Vlaanderen), LFA (Duitstalige gemeenschap), ONEM (Wallonië) worden betaald. Meer informatie vindt u op de website van de RVA of de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De reglementering voor ouderschapsverlof is afhankelijk van de sector waartoe uw werkgever behoort. Er bestaan verschillende vormen van onderbreking. 

Principieel gelden in de privésector de volgende regels: 

Gedurende de afgelopen 15 maanden bent u ten minste 12 maanden verbonden geweest aan uw huidige werkgever. Het kind moet jonger zijn dan 12 jaar. U kunt uw aanspraak op ouderschapsverlof niet overdragen op uw partner.
Het ouderschapsverlof duurt bij een voltijdsopname maximaal 4 maanden. Indien u ervoor kiest het ouderschapsverlof slechts in deeltijd op te nemen (1/2, 1/5, 1/10) wordt de duur van het ouderschapsverlof overeenkomstig verlengd.

De hoogte van de loonvervangende uitkering van het ouderschapsverlof wordt forfaitair vastgesteld op een bedrag van € 1.017,77 (website RVA 2024) bij een voltijdsonderbreking.
Op de website van RVA (LFA, ONEM) vindt u meer informatie over deze regeling en verdere bijzonderheden en uitzonderingen. 

Tijdskrediet

Indien u gedurende een periode van 24 maanden verbonden bent geweest aan uw werkgever kunt u daarnaast ook een tijdskrediet met motief opnemen. Dit kunt u opnemen als u kind jonger is dan 8 jaar en ook hier is het mogelijk een voltijds of gedeeltelijke onderbreking te kiezen. Ook over deze regeling kunt u op de website van de RVA (LFA, ONEM) meer informatie en bijzonderheden vinden. Voor de hoogte van de bedragen raadpleeg de website van de RVA

Kinderbijslagen

U hebt mogelijk recht op kinderbijslag uit Nederland en België. Indien een van de ouders in Nederland werkt, wordt in principe het kindergeld door Nederland betaald. U heeft dan ook mogelijk recht (afhankelijk van de hoogte van uw inkomen) op een kindgebondenbudget en een kinderopvangtoeslag. Is het Belgische kindergeld hoger dan het Nederlandse kindergeld (inclusief kindgebondenbudget en kinderopvangtoeslag), wordt het bedrag door België aangevuld tot de hoogte van de Belgische Kinderbijslag. De vergelijking wordt per kind gemaakt en niet per gezin. 

Werkt de andere ouder niet in Nederland (en heeft ook geen loonvervangende uitkering) wordt het kindergeld (bij voorrang) door België uitbetaald.
Of de regeling van Vlaanderen, Wallonië of de Duitstalige Gemeenschap op u van toepassing is, is afhankelijk van in welke regio u hoofdzakelijk uw werkzaamheden verricht.
Als u in België werkt en u krijgt een kind dan hebt u eenmalig recht op een geboortepremie/startbedrag. 

Als u in Vlaanderen werkt bedraagt het startgeld € 1.238,78 per kind (2024). Werkt u in een andere Belgische regio dan kan dit bedrag iets verschillen. Meer informatie hierover vindt u op de Website van het Groeipakket. 

Informatie vindt u voor Wallonië bij Famiwal en voor Brussel bij Fons. Hier zijn ook enkele “vrije” Kindergeldfondsen actief. 

In de Duitstalige Gemeenschap is het Ministerium der deutschprachigen Gemeinschaft verantwoordelijk voor de uitvoering van kinderbijslag. De Geboortepremie bedraagt hier € 1.376,16 eenmalig (2024).

Aangifte geboorte

U moet vanzelfsprekend ook aangifte doen van de geboorte van uw kind. Als uw kind in het buitenland geboren wordt, moet u aangifte doen bij de lokale (gemeente) autoriteiten.

Wat als uw kind 18 jaar wordt?

In Nederland heeft u dan geen recht meer op kinderbijslag. Deze wordt automatisch stopgezet. Volgt uw kind onderwijs of een opleiding? Dan kunt u uit België kinderbijslag blijven ontvangen tot uw kind de leeftijd van 25 jaar heeft bereikt.

Kinderopvangtoeslag

Als u in Nederland woont en uw kinderen gaan naar de kinderopvang? Dan kunt u een maandelijkse tegemoetkoming in de kinderopvangkosten krijgen. Deze Nederlandse kinderopvangtoeslag krijgt u als:

  • u en uw partner allebei werken, en
  • uw kind naar een geregistreerde kinderopvanginstelling gaat en u de kosten betaalt, en
  • uw kind op uw woonadres staat ingeschreven.

U kunt kinderopvangtoeslag krijgen zolang u aan de voorwaarden voldoet.

De hoogte van de kinderopvangtoeslag hangt af van uw inkomen en het aantal uren dat u werkt. Ook het aantal kinderen dat naar de opvang gaat, het aantal uren opvang en de prijs per uur bepalen de hoogte. Kinderen kunnen opvang krijgen tot de 1e dag van de maand waarop ze naar het voortgezet onderwijs gaan. Daarna kunt u geen kinderopvangtoeslag meer krijgen. Bent u co-ouder? Dan zijn er andere regels. Zie de website van de Belastingdienst: Ik word co-ouder.

U vraagt de Kinderopvangtoeslag aan bij de Belastingdienst/toeslagen. Meer informatie vindt u op www.toeslagen.nl. Hier kunt u ook een proefberekening maken om te zien hoeveel kinderopvangtoeslag u kunt krijgen.

Meer info

Voor een persoonlijk gesprek kunt u één van onze GrensInfoPunten raadplegen.

Hier vindt u GrensInfoPunten
in de buurt