Ouderdomspensioen
Als u een baan aanneemt in Duitsland, bent u in Duitsland verzekerd voor de opbouw van een pensioen. Anders dan in Belgie, kent Duitsland één systeem voor een pensioen bij arbeidsongeschiktheid, overlijden en ouderdom. De hoogte van het pensioen is afhankelijk van de verzekeringstijden. In Duitsland geldt dus: hoe hoger het loon, hoe beter het pensioen. Indien u zowel in Belgie als in Duitsland pensioen opgebouwd heeft, krijgt u een ouderdomspensioen uit beide landen.
Ingangsdatums ouderdomspensioenen in Duitsland en België | ||
Geboortejaar | Duitsland | België |
1957 | 65 jaar en 11 maanden | 65 jaar |
1958 | 66 jaar | 65 jaar |
1959 | 66 jaar en 2 maanden | 65 jaar |
1960 | 66 jaar en 4 maanden | 66 jaar |
1961 | 66 jaar en 6 maanden | 66 jaar |
1962 | 66 jaar en 8 maanden | 66 jaar |
1963 | 66 jaar en 10 maanden | 66 jaar |
1964 en verder | 67 jaar | 67 jaar |
Overlevingspensioen
Bij overlijden heeft de nabestaande recht op een Hinterbliebenenrente (overlevingspensioen). Dit kan eventueel worden aangevuld met een Belgisch overlevingspensioen.
Invaliditeitsuitkering
Wanneer u in Duitsland werkt, wordt ook de aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen in Duitsland opgebouwd. Dit kan betekenen dat als u nog maar korte tijd in Duitsland werkt, dit pensioen nog laag is. Als u ook in Belgie hebt gewerkt, kan er onder voorwaarden ook in Belgie nog recht zijn op een gedeeltelijke Invaliditeitsuitkering.