Uit welk land ontvangt u uw pensioen?
Wanneer u in België werkt, ontvangt u ook een Belgisch ouderdomspensioen. (rustpensioen/pension de veillesse).
De aanspraak op pensioen is afhankelijk van het aantal jaren, waarin u een Belgisch pensioen heeft opgebouwd, en van de hoogte van uw loon. Voor ieder jaar dat u in België gewerkt heeft krijgt u vanaf de wettelijke pensioneringsleeftijd een Belgisch pensioen. Daarbij wordt de leeftijdsgrens voor de pensionering vanaf 2025 van 65 op 66 jaar verhoogd en vanaf 2030 op 67 jaar. Het volledige ouderdomspensioen wordt na een tijd, waarin u aanspraak op pensioen opbouwt, van 45 jaar bereikt.
Ingangsdatums ouderdomspensioenen in Duitsland en België | ||
Geboortejaar | Duitsland | België |
1957 | 65 jaar en 11 maanden | 65 jaar |
1958 | 66 jaar | 65 jaar |
1959 | 66 jaar en 2 maanden | 65 jaar |
1960 | 66 jaar en 4 maanden | 66 jaar |
1961 | 66 jaar en 6 maanden | 66 jaar |
1962 | 66 jaar en 8 maanden | 66 jaar |
1963 | 66 jaar en 10 maanden | 66 jaar |
1964 en verder | 67 jaar | 67 jaar |
Wanneer u in België werkt, verliest u daardoor niet de in Duitsland al verworven pensioenaanspraken. Wanneer u later met pensioen gaat, ontvangt u over de duur van uw in Duitsland gewerkte tijd een Duits pensioen.
Meer informatie over het Belgische pensioen vindt u op de website van de Federale Pensioendienst
Belasting
Wanneer u in België een wettelijk pensioen betrekt, dan blijft dit volgens de overeenkomst over dubbele belasting tussen België en Duitsland aan belasting onderworpen. U moet dus ook verder een belastingaangifte voor iemand van buiten het gebied doen.
Uitleg is te vinden op de website van de Belgische belastingsdienst.
Waar bent u als gepensioneerde tegen ziekte verzekerd?
Heeft u alleen maar in België gewerkt, dan ontvangt u uitsluitend een Belgisch pensioen en ben u daar ook tegen ziektekosten verzekerd. U kunt in uw Duitse ziektekostenverzekering premievrij verzekerd blijven en zo op de diensten in beide landen aanspraak maken.
Wanneer u vanuit beide landen pensioen krijgt, dan bent u in het land waarin u woont verzekerd. De premie daar wordt op basis van uw wereldinkomen berekend dus ook over uw Belgische pensioen.
Hoe en waar vraagt u uw pensioen aan?
Uw wettelijke pensioen vraagt u persoonlijk aan. Waar u dit moet doen, hangt daarvan af, waar u ten tijde van de pensionering woont. De aanvraag loopt altijd via het land, waarin u woont.
Je hebt theoretisch de mogelijkheid om af te zien van je recht op een Belgisch pensioen. Dit moet echter vooraf worden aangevraagd. Daarna kun je geen afstand meer doen van je recht op pensioen. We raden je aan om de gevolgen vooraf te laten controleren.
De aanvraag voor de uitbetaling van uw groepsverzekering richt u aan de desbetreffende verzekeringsmaatschappij.
Aanvullend pensioen
Je kunt misschien een “aanvullend” pensioen opbouwen via je Belgische werkgever met een groepsverzekering. Een groepsverzekering is een verzekering die de werkgever afsluit bij een verzekeringsmaatschappij. De werknemer kan dit extralegaal voordeel gebruiken om zijn (wettelijk) pensioen aan te vullen. Dit aanvullend pensioen wordt betaald aan de werknemer op de pensioenleeftijd.
Als de paritaire commissie of de sectorale overeenkomst hierin voorziet, heeft de werknemer het recht om zich na één jaar bij deze regeling aan te sluiten.
Bedrag van het aanvullend pensioen
De Belgische wet bepaalt dat je wettelijk pensioen en je aanvullend pensioen samen niet meer dan 80% van je laatste “normale” inkomen mogen bedragen.
Betalingsmodaliteiten
In principe zijn er verschillende manieren om de bijdragen te betalen.
- Ofwel wordt 100% van de premies betaald door de werkgever of de sector.
- Ofwel delen de werkgever en de werknemer het bedrag van de premies.
Recht bij verandering van baan
Het gespaarde kapitaal gaat naar de werknemer, zelfs als deze van baan verandert (ook terug naar Duitsland of een andere lidstaat). Het bedrag wordt pas uitbetaald als het wettelijk rustpensioen is bereikt.
Als de werknemer binnen België van baan verandert, kan het recht worden overgedragen naar een nieuwe groepsverzekering.
Elke in aanmerking komende werknemer ontvangt elk jaar een pensioenoverzicht zolang hij of zij werkt voor het bedrijf dat het aanvullend pensioen toekent.
Fiscale behandeling van het aanvullend pensioen
De uitkering is belastbaar voor de werknemer. Het te betalen belastingtarief hangt af van de leeftijd op het moment van uitbetaling en kan tussen 10-20% liggen.
(Voorlopig) nabestaandenpensioen
Bij het overlijden van een echtgeno(o)t(e) biedt het zogenaamde nabestaandenpensioen de nabestaande echtgeno(o)t(e) de mogelijkheid om een pensioen te ontvangen dat wordt berekend op basis van de loopbaan van de overleden echtgeno(o)t(e) als werknemer of zelfstandige.
Vereisten voor een overlevingspensioen
Om in aanmerking te komen voor een overlevingspensioen moet je
- de leeftijd van 49 jaar bereikt hebben (indien overlijdensdatum in 2023);
- op de overlijdensdatum ten minste één jaar getrouwd zijn geweest met de overleden werknemer
- weduwe of weduwnaar zijn en niet hertrouwd zijn. Bij hertrouwen wordt het nabestaandenpensioen opgeschort;
- niet onwaardig zijn bevonden vanwege strafbare feiten die jegens je echtgenoot zijn gepleegd.
Daarnaast zijn er situaties die worden beschouwd als gelijkwaardig aan een huwelijk van een jaar met de overledene:
Het huwelijk werd onmiddellijk voorafgegaan door een periode van wettelijk samenwonen en de som van deze perioden (samenwonen + huwelijk) is ten minste één jaar;
- uit uw huwelijk is een kind geboren of uw kind is geboren binnen driehonderd dagen na het overlijden van uw echtgeno(o)t(e);
- op het moment van overlijden heeft u een ten laste komend kind waarvoor u of uw echtgeno(o)t(e) kinderbijslag ontving;
- het overlijden het gevolg is van een ongeval na de huwelijksdatum;
- het overlijden is veroorzaakt door een beroepsziekte die is ontstaan tijdens of in de uitoefening van het beroep: het ontstaan of de verergering van deze ziekte moet echter na de huwelijksdatum zijn ontstaan;
- het overlijden werd veroorzaakt door een beroepsziekte die zich voordeed tijdens de uitvoering van een opdracht van de Belgische overheid of de dienstverlening in het kader van de Belgische Technische Bijstand: het ontstaan of de verergering van deze ziekte moet echter na de huwelijksdatum liggen.
De overlevende echtgeno(o)t(e) die niet voldoet aan de leeftijdsvoorwaarde maar wel aan de andere voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op het nabestaandenpensioen, heeft recht op een “voorlopig nabestaandenpensioen”, ook wel overbruggingsuitkering genoemd. Afhankelijk van de gezinssituatie kan deze periode tussen 18 en 48 maanden duren.
Je vindt meer informatie op de website van de Federale pensioendienst.
Aanvraag voor nabestaandenpensioen
In de regel moet een aanvraag voor een overlevingspensioen worden ingediend. Er zijn echter ook uitzonderlijke gevallen waarin het onderzoek ambtshalve gebeurt zonder voorafgaande aanvraag.
Je kunt je overlevingspensioen online aanvragen op de website mypension.be.
Bedrag van het (voorlopig) overlevingspensioen
Voor werknemers variëren de criteria voor de berekening van het bedrag van het overlevingspensioen naargelang je echtgeno(o)t(e) al met pensioen is of niet.
- Als je echtgeno(o)t(e) een pensioen ontving (berekend volgens het huishoudtarief of voor alleenstaanden): Het bedrag van het overlevingspensioen is 80% van het ouderdomspensioen van de overleden echtgenoot, berekend volgens het huishoudtarief (dit komt overeen met het ouderdomspensioen van een alleenstaande);
- Als je echtgeno(o)t(e) nog niet met pensioen was: het nabestaandenpensioen is dus 80% van het (hypothetische) ouderdomspensioen dat de echtgeno(o)t(e) zou hebben ontvangen. Er zijn echter enkele speciale regels om ongelijkheden te verminderen.
Voor de berekening van je voorlopig overlevingspensioen gelden dezelfde regels als voor de berekening van het overlevingspensioen als de echtgeno(o)t(e) nog niet met pensioen is.
Bedrag van het (voorlopig) overlevingspensioen
Voor werknemers zijn de criteria voor de berekening van de hoogte van het pensioen als volgt
De hoogte van het pensioen hangt onder andere ook af van
- de lengte van de loopbaan van de overleden echtgenoot
- het bedrag van het inkomen uit arbeid voor elk geldig jaar van de loopbaan van de overleden echtgeno(o)t(e).
Als aan de voorwaarden voor het recht op het minimumpensioen is voldaan, wordt het bedrag van je overlevingspensioen ook berekend op basis van het forfaitair bedrag van het minimumpensioen en de duur van de loopbaan van je overleden echtgeno(o)t(e).
Je krijgt alleen het meest gunstige pensioenbedrag (op basis van je arbeidsinkomen of het minimumpensioen).
In het geval van een persoonlijk pensioen (ouderdoms- en/of nabestaandenpensioen) kan het bedrag van het nabestaandenpensioen worden verlaagd.
Als alleen niet aan de leeftijdsvoorwaarde wordt voldaan, heb je recht op een overbruggingspensioen.
(Half)wezenpensioen
Volgens de Belgische wet is het ook mogelijk om het overlevingspensioen uit te keren aan (halve) wezen. In tegenstelling tot Duitsland wordt deze uitkering echter uitgekeerd via de kinderbijslagfondsen als aanvulling op de kinderbijslag. Je moet contact opnemen met de verantwoordelijke organisaties (Duitse pensioenverzekering en Belgisch kinderbijslagfonds) om duidelijkheid te krijgen over eventuele aanspraken uit verschillende landen.